De natuur begint herfsttrekken te vertonen. Veel bloemen zijn uitgebloeid. Planten zijn droog van de lange warme zomer met 2 hittegolven. Met wildplukken moeten we het nu niet meer hebben van frisse jonge blaadjes en kruiden. Al komen op plaatsen waar gemaaid is natuurlijk weer jonge planten op. Hierbij moet je denken aan gewone eetbare kruiden als paardenbloem, brandnetel, madelief, klaver en hondsdraf, die eigenlijk het hele groeiseizoen te oogsten zijn.

Maar wat zijn nu de interessante eetbare planten van het moment. Eén daarvan is in ieder geval springbalsemien. Deze zeer decoratieve plant groeit ook in Nieuw Wulven. Springbalsemien komt oorspronkelijk uit het westelijke deel van de Himalaya en is in onze regio geïntroduceerd als sierplant (armeluis-orchidee). Springbalsemien is een éénjarige plant die zeer groot kan worden. Zodra de zaden rijp zijn worden deze met grote kracht weg gekatapulteerd. Hierdoor kan de plant zich sterk uitbreiden en de inheemse flora verdringen. Springbalsemien komt vooral voor op vochtige en voedselrijke grond en is daarom veelvuldig te vinden in het rivierengebied. De grote bloemen produceren veel nectar en worden druk bezocht door insecten. Wij kunnen de bloemen eten. Ze hebben een neutrale, licht zoetige smaak en kunnen goed als eetbare decoratie op brood en salades gebruikt worden. Ook de zaden zijn eetbaar. Het is leuk om een rijpe zaaddoos in de hand te nemen. Door de aanraking schieten de zaden met duidelijk voelbare kracht uit hun omhulsel. Dat is nog eens makkelijk oogsten. Het gaat eigenlijk vanzelf. Je kunt de zaden kort roosteren in een droge koekenpan en dan toevoegen aan gerechten als brood en salade.

Verder is augustus de bloeitijd van de watermunt. Niet alleen de blaadjes zijn heerlijk om bijvoorbeeld thee van te maken. Ook de bloemetjes smaken lekker, bijvoorbeeld als toevoeging aan jams. Die jam kun je nu prima maken van bramen en vlierbessen.